Er is vastgesteld dat u een aandoening heeft die Chronische Rhinosinusitis (CRS) heet. Deze aandoening karakteriseert zich door de aanwezigheid van twee of meer van de volgende symptomen. Neusverstopping, snot dat uit de neus of in de keel loopt, hoofdpijn of pijn in het aangezicht en een verminderde reuk. CRS is een chronisch ontstekingsproces van de slijmvliezen van de neus en de neusbijholten. Deze onsteking kan onstaan door een infectie met een virus of een bacterie, maar ook door allergie of door het lichaam zelf. Dit laatste noemen we een auto-immuunziekte. CRS is dus een chronische aandoening die altijd in meer of mindere mate aanwezig zal zijn, en dus continu behandeling nodig heeft.

Hoe komen de klachten tot stand
De binnenzijde van de neus en de neusbijholten bestaat uit een dun laagje slijmvlies. Wanneer dit slijmvlies ontstoken is zal het opzwellen en meer slijm (snot) produceren. Door de zwelling kan het zijn dat de afvoergangen van de neusbijholten naar de neus dicht komen te zitten. Hierdoor hoopt zich slijm op in de neusbijholten, hetgeen klachten van druk of pijn in het aangezicht kan geven. Daarnaast kan door de slijmvlieszwelling de passage door de neus zelf (gedeeltelijk) geblokkeerd worden, waardoor u slecht door de neus kunt ademen. Bovenin de neus zitten de zenuwuiteinden waarmee u ruikt. Hoe meer de neus verstopt zit, hoe moeilijker kleine geurpartikeltjes bij de reukzenuw aan kunnen komen, waardoor de reuk verminderd. Daarnaast wordt de reukzenuw ook aangetast door de onsteking. Door deze mechanismen ontstaan de klachten die passen bij CRS. Hierbij geldt over het algemeen; hoe heviger de ontsteking, des te heviger de klachten. De onsteking van het slijmvlies kan door allerlei factoren opvlammen, hetgeen gepaard gaat met een toename van de klachten. Er wordt dan gesproken van een exacerbatie van CRS.

Indien chronische rhinosinusitis met poliepen
Er is vastgesteld dat u CRS met neuspoliepen heeft. Neuspoliepen zijn goedaardige, bolvormige zwelling van het neusslijmvlies, die vanuit de bijholten (voornamelijk de zeefbeenholte) in de neus hangen. Tijdens het KNO onderzoek worden ze gezien door middel van neusendoscopie. Deze poliepen verminderen de neusdoorgankelijkheid en de reuk vaak nog verder. Het is onduidelijk hoe en waarom poliepen precies ontstaan.

Indien allergie
Allergie is een overgevoeligheidsreactie van het afweersysteem dat overmatig reageert op onschuldige stoffen. Dit zijn stoffen waar iedereen  dagelijks mee in aanraking komt, zoals huidschilfers van dieren, huisstofmijt, schimmels en in het hooikoortsseizoen gras- en/of boompollen. Deze stoffen (antigenen) zijn geheel onschadelijk, maar indien u allergisch bent reageert het slijmvlies van uw luchtwegen hier op door het aanmaken van antistoffen.
Neusklachten door allergie wordt ook wel ‘allergische rhinitis’ genoemd. Het wordt veroorzaakt door het lokaal vrijkomen van antistoffen en geeft klachten van neusverstopping, niezen, snotteren, tranende ogen en jeuk aan uw ogen, neus en keel. Dit zijn voor u hinderlijke klachten. Allergische rhinitis en chronische rhinosinusitis bestaan regelmatig naast elkaar. Beide zijn een proces waarbij het slijmvlies zich in een continue ontstekingsstaat bevindt. Hierdoor verergert de ene diagnose de klachten van de andere en andersom. Daarom wordt er bij verdenking op CRS altijd allergieonderzoek gedaan.

Indien astma
Astma is een chronische aandoening van de luchtwegen, die samengaat met een vernauwing en een verhoogde prikkelbaarheid van de luchtwegen. Astma wordt gekenmerkt door aanvallen van benauwdheid, een piepende ademhaling en hoesten. Een familiegeschiedenis van astma en allergieën speelt een belangrijke rol. Er wordt onderscheid gemaakt tussen allergisch en niet-allergisch (intrinsiek) astma.
Het merendeel van de mensen met astma is ook allergisch. Bij allergisch astma worden klachten uitgelokt door het inademen van de prikkelende stoffen waarvoor zij allergisch zijn (allergenen).
Daarnaast bestaat er niet-allergisch of intrinsiek astma. Bij niet-allergisch astma ontstaan symptomen door het inademen van koude lucht, lichamelijke inspanning, luchtvervuiling, bepaalde geuren, emoties of bepaalde geneesmiddelen. Daarnaast kan het ook zijn dat er geen duidelijk uitlokkende factor is.
Astma en CRS bestaan regelmatig naast elkaar. Lucht wordt via de neus en mond ingeademd en via de luchtpijp naar de longen vervoerd. De neus en neusbijholten staan dus in contact met de longen. Bij ontsteking van het slijmvlies van de neus en neusbijholten, zoals bij CRS, kan het slijmvlies van de lagere luchtweg in meer of mindere mate mee gaat doen. Doordat de slijmvliesontsteking erger wordt zal het heviger geprikkeld worden waardoor de klachten die passen bij astma toenemen.
U heeft klachten die passen bij astma. Daarom zal er aanvullend onderzoek gedaan worden, waarbij de functie van uw longen getest zal worden.